4. Voordeel van alle aard voor bedrijfswagens
Als werknemers hun bedrijfswagen ook voor privédoeleinden gebruiken, ziet de fiscus dit als een extra loonvoordeel. Op dit zogenaamde ‘voordeel van alle aard’ (VAA) moeten belastingen worden betaald. De grootte van het VAA is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de CO2-uitstoot van de wagen en het gemiddelde van het volledige Belgische wagenpark. Hoe meer de uitstoot van de bedrijfswagen boven het gemiddelde zit, hoe hoger het VAA.
Het VAA wordt jaarlijks opnieuw berekend. Vanwege die herberekening en de versnelde elektrificatie in ons land – die de gemiddelde CO2-uitstoot verlaagt – zouden werknemers die nog rijden met een bedrijfswagen met benzine- of dieselmotor in 2024 tot 20 procent meer belastingen over het VAA moeten betalen. Daarom werkte minister van Financiën Vincent Van Peteghem een voorstel uit om de bijdragen voor benzine- en dieselmotoren stapsgewijs te verminderen.
De voorgaande berekeningsmethode nam slechts 40 procent van alle ingeschreven auto’s mee, terwijl de nieuwe rekening houdt met álle ingeschreven voertuigen. Als voorbeeld: voor een Golf Variant zou er dit jaar volgens de oude methode 500 euro aan belastingen bijkomen, volgens de nieuwe is dat slechts 60 euro. Voor alle duidelijkheid, deze wijziging heeft geen impact op de vergroening van het wagenpark. Voor vervuilende bedrijfswagens zal je nog steeds meer moeten betalen, maar de toename van het VAA zal wel minder bruusk verlopen. Als je nog niet bezig bent met de overschakeling naar elektrische bedrijfswagens, is het dus sowieso aan te raden om daar werk van te maken.
Bedrijfswagens als rekruteringstroef
Een bedrijfswagen kan trouwens een belangrijke stimulans zijn om nieuwe medewerkers aan te trekken. Voor sommige functies is dat zelfs een vanzelfsprekend onderdeel van het loonpakket. Denk maar aan account managers, salesprofielen, consultants, service- en onderhoudsmedewerkers, projectmanagers ... Een elektrische wagen biedt extra meerwaarde, omdat je hiermee toont dat je bedrijf toekomstgericht en duurzaam is. Dat spreekt werkzoekenden aan die waarde hechten aan milieu en duurzaamheid, met name de jongere generaties.