Manoeuvreer jij dagelijks met een heftruck of reachtruck, bedien je een rolbrug of andere hijsmachines of werk je met bouwmachines of kranen? Dan moet jij dit artikel zeker lezen.
Imposante machines nemen je niet alleen werk uit handen, ze geven je ook de ‘power’ om grootse dingen te verwezenlijken. Maar met grote kracht komt grote verantwoordelijkheid.
De interne vervoersmiddelen waarmee je werkt kunnen behoorlijk wat schade aanrichten. Het gaat hier niet over een schrammetje, maar over zware blessures of erger. Werk dus niet alleen hard, maar vooral slim en veilig!
Leer hoe je je werktuig moet bedienen, respecteer de veiligheidsvoorschriften, hou je ogen open en het hoofd koel. Zo geniet je elke dag van je powerjob, én zorg je goed voor jezelf en de mensen rondom je.
Met de volgende tips til jij je job naar een hoger niveau.
Transpaletten en hef- en reachtrucks hebben al talloze letsels veroorzaakt. Gaande van verpletterde voeten tot zelfs fatale ongelukken. Botsingen, ladingen die vallen, omkiepende voertuigen, … hebben zware gevolgen. Vooral in krappe ruimtes, waar je dicht op elkaar en de machines werkt, moet je extra opletten.
Gelukkig heb jij het hef in eigen handen als chauffeur. In tegenstelling tot het toestel kan jij nadenken, inschatten en beoordelen!
Ken je toestel: Bestuur het toestel enkel als je ervoor getraind en geautoriseerd bent. Voel je je niet voldoende opgeleid of bekwaam? Werk er dan niet mee en vraag om opleiding.
Controleer het toestel: Check eerst de remmen, de onderhoudsstatus en het oliepeil.
Meld defecten: Meld een defect meteen en zet het toestel 'Buiten Gebruik'.
Wees zichtbaar: Gebruik de claxon, maak oogcontact en sein naar voetgangers als je eraan komt.
Manoeuvreer veilig: Controleer de omgeving op mensen en objecten, let op de dode hoeken.
Hou je aan de regels: Respecteer de maximale snelheid, het verkeersplan en de rijvoorschriften van het bedrijf.
Parkeer correct: Parkeer het toestel na gebruik op de aangewezen plaats.
Val op: Dankzij fluorescerende kleding ben je goed zichtbaar.
Zorg dat je gezien wordt: Maak oogcontact met de bestuurder en gebruik handgebaren om zeker te weten dat je opgemerkt bent.
Houd afstand: Onthoud dat de bestuurder beperkt zicht heeft en houd minimaal 3 meter afstand van het toestel.
Volg de verkeersregels: Respecteer het verkeersplan, inclusief voetgangerszones en looproutes.
Of je nu bestuurder of voetganger bent, blijf altijd alert. Spot je een onveilige situatie? Meld dit meteen.
Als je een rolbrug of een hijswerktuig bedient, moet je hiervoor gekwalificeerd, goed opgeleid én medisch geschikt zijn. De kleinste fout kan zware gevolgen hebben, zowel voor jou als voor je collega's in de buurt.
Wat kan er zoal mislopen met hijswerktuigen?
Domino-effect: Als een kraanoperator een gestapelde lading raakt met de verplaatsende last, kunnen andere ladingen omkiepen en vallen.
Onbalans bij het heffen: Als het hijsgereedschap, zoals een C-haak of klem, niet correct in de hijslus van de rol is geplaatst, kan de lading tijdens het heffen onstabiel worden of vallen.
Slecht bevestigde lading: Als lasten met slecht bevestigde kettingen of versleten banden worden gehesen, kan de lading losraken en alles eronder verpletteren.
Elk van die scenario’s kan leiden tot verplettering van ledematen of erger. Je vermijdt dit door zorgvuldig te werk te gaan en de juiste procedures te volgen.
Ken je toestel: Werk alleen met hijswerktuigen als je hiervoor gekwalificeerd (en gezond) bent.
Werk met goed gereedschap: Werk enkel met goed geplaatst en goed onderhouden hijsgereedschap.
Kijk uit: Hou de lading altijd in het oog, om ongelukken te voorkomen.
Vermijd overbelasting: Respecteer de maximale werklast (CMU).
Blijf alert: Wees je bewust van de mensen rondom je en zorg voor hun veiligheid.
Stop bij risico’s: stop meteen bij gevaar of aanwezigheid van personen in de risicozone.
Gebruik je handen nooit: Ondersteun de beweging van de lading nooit met je handen, maar gebruik de juiste hijsmiddelen.
Ga uit de weg: Ga nooit onder een lading staan, dit is een van de grootste risico’s bij het hijsen. Plaats jezelf ook nooit tussen een vast en een bewegend punt, of tussen twee bewegende punten om beknelling of erger te voorkomen.
Schat de afstand juist in: Vraag om hulp als je niet goed kan inschatten vanop welke afstand je veilig te werk kan gaan.
Het kan lastig zijn om de veiligheidsafstand correct in te schatten. Deze richtlijnen kunnen je hiermee helpen:
De veiligheidsafstand is gelijk aan de hoogte waarop de lading zich bevindt. Bijvoorbeeld: als de lading 2 meter hoog is, ga dan 2 meter verderop staan.
Nader de lading alleen als die op ongeveer 30 cm van de grond is (tolerantiezone) én er geen zwaaiende beweging gebeurt.
Wacht tot het manoeuvre stopt: Blijf op een veilige afstand tot alle bewegingen zijn gestopt. Enkel als het manoeuvre volledig afgerond en de lading veilig is, kan je het bevestigingssysteem ontkoppelen.
Raak de lading niet aan: Plaats je handen niet bij het hijsaccessoire (ketting, strop, ...) tijdens de manoeuvre. Vermijd direct contact om beknelling of ongelukken te voorkomen.
Jij werkt dagelijks schouder aan schouder met de meest imposante machines. Ook hier heeft de kleinste misstap grote gevolgen. Zoals een persoon raken, een gasleiding doorboren of in contact komen met een elektriciteitslijn.
Het is belangrijk dat je heel goed weet wat je doet en welke risico’s eraan verbonden zijn, zodat de werkzaamheden vlot verlopen. Ook de samenwerking en interactie met je collega’s is hier van tel.
Ken je apparaat: Bedien het apparaat enkel als je ervoor gekwalificeerd bent.
Meld defecten: Check op eventuele defecten of schade. Meld een defect meteen en zet het toestel 'Buiten Gebruik'.
Markeer de werkzone: Zorg dat duidelijk is waar je werkt en waar men extra voorzichtig moet zijn.
Creëer ruimte: voorzie genoeg ruimte om veilig te manoeuvreren en te werken.
Controleer de gevarenzone: Zorg dat er geen mensen in de buurt zijn waar je gaat werken.
Zorg dat de lading goed vastzit: Controleer of kettingen, stroppen of andere hijsmiddelen correct zijn aangebracht.
Let op de weersomstandigheden: Weer kan de veiligheid van de werkzaamheden beïnvloeden.
Controleer de omgeving: bekijk op voorhand waar ondergrondse infrastructuur en elektriciteitslijnen zitten.
Blijf communiceren: Geef duidelijke instructies en zorg dat je collega's veilig zijn.
Volg de markeringen: Let op de veiligheidsmarkeringen en blijf binnen de aangegeven zones.
Blijf zichtbaar: Zorg dat je altijd zichtbaar bent voor machinisten. Blijf in het zicht van de bestuurders van de machines.
Ga uit de weg: Ga hier nooit staan - achter een machine, onder een lading, tussen een vast en een bewegend object.
Volg de instructies: Houd je aan de aanwijzingen die machinisten geven.
Wacht tot het manoeuvre stopt: Raak de hijstoestellen niet aan tijdens het manoeuvre en blijf op een veilige plek staan.
Of je nu bestuurder of grondwerker bent, blijf altijd alert. Spot je een onveilige situatie? Meld dit meteen.